FC Landgraaf – Geuldal
Wedstrijdverslag FC Landgraaf – Geuldal (Veteranen) Datum: Zaterdag, de dag waarop alles mogelijk is – behalve winnen.
Intro
De godenzonen van FCL mochten eindelijk weer het veld op na een ‘woensdag training’ die vooral bestond uit het gezamenlijk heffen van glazen bier. De tactiek werd besproken in een uiterst serieuze vergadering, die echter niet verder ging dan de vraag: “Hoe snel kunnen we naar de derde helft?” Maar goed, met een team vol veteranen werd de wedstrijd gestart, de verwachtingen waren hoog, de sfeer nog hoger, de muziek nog harder!
Warming up
De warming-up. Het was meer een ‘wandelen naar het veld’ dan een opwarming. Veld 3 was zo ver weg dat het leek alsof we naar de Pyreneeën moesten trekken, en het pad ernaartoe was bezaaid met geulen en kuilen. De verlichting stond op ‘theelicht’ en de kou was zo doordringend dat zelfs de zweetdruppels zouden bevriezen, maar geen paniek de kans dat iemand vanmiddag zou gaan zweten was vrij klein . Je zou toch denken dat de Huisdichter, de planner en de man van het gemak had geregeld dat wij op veld 1 mochten, maar blijkbaar was de wedstrijd op dit punt al verkocht.
Enfin, de ballen werden op het veld geschoten met de precisie van een flamingo met 2 geamputeerde poten. De enige warming-up die we echt ondernamen was het delen van sterke verhalen en slechte passes. Het inschieten van de keeper was ook overbodig aangezien we een verdediging hadden waar niemand doorheen kon.
Na het psychologische verslag van onze huisdichter bleek dat een persoonlijke evaluatie wel als prettig werd ontvangen. Dus hierbij eens iets anders: Wedstrijdsamenvatting per speler
- Bart (Keeper met zwakke knie)
Bart stond, met een knie die zo goed als ‘gewoon’ kapot was, in doel. De tegenstanders hadden echt geen idee hoe ze dit moesten aanpakken. Maar goed, zelfs een half gebroken keeper kan nog redden, en dat probeerde Bart ook! Of liever gezegd, hij viste drie keer de bal achter zich uit het net. Maar na de wedstrijd wist hij in de derde helft nog wel enkele dobbelstenen aan de tegenstander te verkopen. Feit is dat Bart, ondanks de blessure, zijn werk als teamspeler niet verzaakt heeft.
- Bioloog
De Bioloog was zoals altijd de rots in de branding. Voetballen? Hij keek er niet van op. De man is zo effectief als een Zwitsers zakmes. In verdediging stond hij als een als een eik in het dennenbos. Geen aanvaller kon door hem heen. Wel om hem heen, maar dat behoeft geen toelichting in dit verslag. En als hij dan eindelijk de bal had, gaf hij hem simpelweg door naar een medespeler die een beetje beter gepositioneerd stond. Geen gedoe met ingewikkelde trucjes, gewoon effectief voetballen, zoals je van een bioloog mag verwachten. Hij was vast al bezig met de ecologie van het spel, want hij zorgde ervoor dat het evenwicht tussen het de mens en de natuur en verdediging bleef bewaard.’
- Stuc (De Muur)
Stuc was de man die de gaten dichtmaakte – letterlijk en figuurlijk. Als er ergens een lek in de verdediging was, was Stuc daar om het dicht te smeren. Hij liep de gaten dicht als een echte stukadoor gaten dicht een muur van de woonkamer. En als een muur leek hij ondoordringbaar voor de tegenstander. Wie hem probeerde te passeren, kreeg het te horen. Als je hem tegenkwam, zou je denken dat je tegen de muur liep – en dat was precies het plan.
Veldspel? Nee, Stuc hield het bij de fundamentele zaken. Geen poespas, gewoon stoppen!
- Huisdichter (De filosoof van het veld)
De man met de pen, maar ook met de handschoenen. Huisdichter was van verdediger naar keeper gepromoveerd, maar echt, boeide het hem nog? Hij leek overal te spelen en nergens, en zijn eigenlijke analyse van de wedstrijd was simpel: “Het is overal kut.” Toch was hij op de een of andere manier altijd op het juiste moment aanwezig. Het scheen dat de positie niet veel uitmaakte voor hem – het veld was sowieso één groot gedicht. Helaas leek hij zijn beste werk niet met de bal te doen, maar wel met zijn analyses na de wedstrijd.
- Witte & Jack (De Olijke Tweeling)
Deze twee hadden op het veld een synchroniciteit die alleen te vergelijken was met de ritmes van een dans. Alleen waren ze zo vaak van positie gewisseld dat zelfs zij zelf niet meer wisten waar ze moesten spelen. Ze renden over het veld als gekken, afwisselend op de rechterflank, in het midden, jack was zelfs even gezien op veld 1. Witte was altijd vrolijk en energiek, Jack volgde hem al dan niet, maar zodra ze elkaar kwijt waren, was het een chaos. Het was duidelijk dat hun belangrijkste taak was om zichzelf en de tegenstander in verwarring te brengen.
- Sim (De vergeten held)
Deze wedstrijd was er een die Sim liever niet meer herinnert. Zijn pogingen om de bal in het doel te krijgen, leken meer op rugby-slagen dan op voetbalbewegingen. Lange, hoge ballen gingen meestal ver over of naast het doel. Het leek wel alsof hij aan het oefenen was voor een andere sport. Maar hey, er was altijd wel een rugbyspeler in de buurt die Sim met enige bewondering aankeek. “Hoe kan hij zo hard schoppen?” werd er gefluisterd. Sim wist het zelf ook niet.
- Billy (De Onzichtbare Speler)
Billy had weer zijn eigen tactiek: de onzichtbaarheidstechniek. De man was zo subtiel in zijn spel, dat je je afvroeg of hij überhaupt aanwezig was. In de statistieken van de wedstrijd stonden geen fouten, geen hoogtepunten, alleen maar souplesse. Maar wie weet, misschien was dat ook wel zijn talent: het onopgemerkt blijven. En eerlijk gezegd, als je geen fouten maakt, ben je al een winnaar.
- Anti-Loop (De gezellige aanwezige)
Anti-Loop had zijn momenten van glorie tijdens de wedstrijd, maar het was vooral zijn aanwezigheid die het verschil maakte. Het leek wel alsof zijn grootste bijdrage was om Tamara te laten verschijnen, hoewel die laatste in de verste verte niet in zicht was zaterdag. Anti-Loop had echter zijn eigen record gebroken, namelijk de hoogste snelheid op weg naar de douche. Na de laatste fluitsignalen was hij als een speer richting de kleedkamer verdwenen, waarschijnlijk op zoek naar een warme plek en een koud biertje.
- Ferry (De Knuffelaar, Bartje van Big Brother)
Deze man had maar één doel op het veld: knuffelen. En dat was duidelijk het geval bij iedere voorzet. Elke voorzet geplaatst op de stropdas, soms wel jammer dat de stropdas van de tegenstander was. Maar wat maakt het uit? Het was duidelijk dat Ferry meer geïnteresseerd was in de liefde en vriendschap van de game dan in het winnen. Als een speler was hij toch altijd in de buurt van de bal en zijn hart altijd op de juiste plaats.
- Daan (De Teamspeler)
Daan begreep het concept van “teamsport”. Zijn grootste taak was om het team bij elkaar te houden. Soms een pass, soms een slimme beweging, en vaak een glimlach naar zijn medespelers. Daan begreep dat voetbal niet alleen om doelpunten draait, maar ook om samenwerking. Misschien had hij wat vaker zelf mogen schieten, maar zijn hart zat op de juiste plek – bij het team!
- Schopper (De Cornervlag)
Schopper was een met de cornervlag, letter en figuurlijk. Met vlag in de hand en zijn reflectie jas aan leek hij meer op een cornervlag dan de cornervlag zelf.
- Rein (De Ongebroken Man)
Ondanks wat lijkt op een eeuwige strijd met blessures, was Rein vandaag helemaal in topvorm. De warming-up had hij zonder moeite overleefd, en zelfs na de wedstrijd kon hij nog opscheppen over zijn kopgoal. Het was een doelpunt om niet te vergeten – misschien wel het enige van de wedstrijd – maar Rein had bewezen dat je geen lange blessurepauze nodig hebt om te schitteren!
Na de Wedstrijd
Na de wedstrijd was er, zoals altijd, de derde helft. Sambuca was heerlijk (en werd in ongekende hoeveelheden genuttigd). De douches waren koud, het bier was lauw en de snacks bestonden uit vele leeg geroofde bakjes. We hadden een viergangen diner verwacht na de laatste hoogstandjes van Smoes, maar helaas moesten we het doen met een bamiblokje en een halve frikandel. Dat mocht de pret niet drukken, we hadden het gezellig, en dat was het belangrijkste.
Namens het feest comité en het samenwerkingsverband tussen biologen en psychologen wens ik jullie nog een fijne voortzetting van de dag.
Getekend,
De Bio die Loog